Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de mannen Israels zeiden: Hebt gijlieden dien man wel gezien, die opgekomen is? Want hij is opgekomen, om Israel te honen; en het zal geschieden, dat de koning dien man, die hem slaat, met groten rijkdom verrijken zal, en hij zal hem zijn dochter geven, en [29]hij zal zijns vaders huis vrijmaken in Israel. 29. Dat is, hij zal hem en zijn huis edel maken, en die privilegien en vrijheden geven, die men placht den edelen te geven, wanneer zij zich in den dienst van het land en hun prins wel gekweten hadden.